Wat is echt?

“Wat is ECHT?” vroeg het Konijntje op een dag, toen ze naast elkaar lagen, vlak bij de haard in de kinderkamer, voordat Nana op zou komen ruimen. “Betekent het dat je van binnen iets hebt dat zoemt en van buiten een palletje?”

“Echt is niet hoe je gemaakt bent,” zei het Leren Paard. “Het is iets dat met je gebeurt. Als een kind lang, heel lang van je houdt, niet alleen om met je te spelen, maar ECHT van je houdt, dan word je ECHT.”

“Doet dat pijn?” vroeg het Konijntje.

“Soms wel,” zei het Leren Paard, want hij sprak altijd de waarheid. “Als je ECHT bent, dan geef je er niets om dat het pijn heeft gedaan.”

“Gebeurt het allemaal ineens, net als opgewonden worden?” vroeg hij, “of stukje voor stukje?”

“Het gebeurt niet allemaal ineens,” zei het Leren Paard. “Je wordt het gewoon. Het duurt een hele tijd. Daarom gebeurt het niet vaak met dingen die gemakkelijk breken, of scherpe randen hebben, of heel voorzichtig behandeld moeten worden. In het algemeen ben je tegen de tijd dat je ECHT wordt, meestal kaalgeknuffeld, en je ogen zijn eruit gevallen en je poten bengelen erbij en je ziet er haveloos uit. Maar dat geeft allemaal niets, want als je eenmaal ECHT bent, ben je niet lelijk meer, behalve voor mensen die het niet begrijpen.”

Uit “Het Fluwelen Konijn” van Margery Williams, 1920

Meer verhalen lezen? Koop dan een van mijn verhalenbundels!

De rozenstruik

Iemand kocht een oud huisje met een grote tuin eromheen. Ze kluste de hele winter dag en nacht om het dak te dichten, leidingen te vervangen en vloer en muren te isoleren.

Toen alles geschilderd en gestoffeerd was kon ze verhuizen,
was het lente en was ze moe.

In de tuin liep alles uit, dat ging sneller dan verwacht.
En omdat er ook in de tuin jarenlang geen onderhoud was
gepleegd, woekerden planten over de paadjes en over het terras.
In de perken werden bloemen verdrongen door hop en zevenblad.

Op zonnige dagen stond ze voor het raam met een kopje thee.
Verlangend naar haar tuin. Maar te moe om de chaos te lijf te gaan.
Toen besloot ze haar moeder om raad te vragen: ‘Ik weet gewoon niet waar ik moet beginnen.’
De moeder vroeg: ‘is er in de tuin een plant die je mooi vindt?’
‘Ja, ergens staat een rozenstruik.’
‘Dan moet je dit doen: begin rondom de rozenstruik,
geef haar eerst rustig wat ruimte.
En werk vanaf die plek steeds een stukje verder.’

Meer verhalen lezen? Koop dan mijn E-book

Waarheid of sprookje?

Lang geleden trok de waarheid over straat, de naakte waarheid. Waar ze ook kwam slingerde ze mensen de waarheid in het gezicht omdat dat nu eenmaal in haar aard lag: ze was de waarheid. Op den duur sloten de mensen hun ramen en deuren als ze verscheen, en lieten haar buiten staan.

In dezelfde tijd trok het sprookje over straat. Zij, voornaamste van de familie der verhalen, zag er prachtig uit. Schitterend gekleed, behangen met sieraden. En waar zij verscheen, openden de mensen hun deuren en vensters en lieten haar binnenkomen.

Op een dag kwam de waarheid het sprookje tegen op straat, en ze klaagde:
‘Zuster, ik ben zo oud, nergens ben ik nog welkom.’
‘Welnee’ zei het sprookje, ‘het zit hem niet in jouw ouderdom, want ook ik ben al heel oud. Het is eerder je naaktheid, en hoe je koel en hard de dingen zegt.
Hier, neem van mijn kleren, tooi je met mijn sieraden.’

Vanaf die dag kleedde de waarheid zich in de kleren van het sprookje en tooide zich met haar sieraden.

Zo trokken ze samen de wereld door, en overal waar ze verschenen openden mensen deuren en ramen om hen binnen te laten komen. Heel soms vroegen de mensen zich verbijsterd af: wat is nu de waarheid, en wat een sprookje?

Vrij naar een Joods verhaal

Meer verhalen lezen? Koop dan een van mijn verhalenbundels!

Bok en Schaap en… Wolf!

Schaap en Bok waren vrienden. Ze gingen graag wandelen in het grote bos vlakbij de schaapskooi. Elke dag hetzelfde rondje. Soms waren ze stil maar vandaag praatten ze. En toen ze op het verste puntje van hun wandeling waren zei Bok:

‘Zeg Schaap, heb je ook gehoord van die wolf?’
Schaap schrok, ‘Welke wolf bedoel je?’
‘Nou, ze zeggen dat er in de buurt een wolf gezien is.’
Lees verder

Visfeest

Veronica en Fred, beide vissen, zouden volgende week jarig zijn: iedereen mocht komen. Ze schreven uitnodigingen en legden die op het kastje. Morgen gingen ze met de post mee.

Bij de thee die avond keek Fred de kaarten nog eventjes na. Hij riep naar de keuken: ‘Dit is een kaart voor Kwal, maar is zijn vrouw niet aangespoeld vorige week?’ Lees verder