Survivorship Bias

In WOII had de geallieerde luchtmacht een probleem. Bommenwerpers hadden een kans van 50% of groter om niet terug te keren van een nachtelijke aanval. Ze werden uit de lucht geschoten. Onderzoek naar hoe dit kwam leidde tot de eerste beschrijving van een belangrijke cognitieve bias (onbewust foutief vooroordeel): survivorship bias.

Pantser op de kwetsbare plekken

De enige oplossing was meer bepantsering. Maar tegelijkertijd vormde dat een probleem. Volledig bepantserde toestellen zouden loodzwaar worden.  Militaire experts hadden een idee dat even simpel als briljant was: bekijk de toestellen die wel zijn teruggekeerd en onderzoek waar de meeste kogelgaten zitten. Daar plaats je dan extra bepantsering: de andere plekken kun je met rust laten. Zou jij daar op gekomen zijn?

Hoezo… de kwetsbare plekken?

De levens van veel vliegtuigbemanningen werden gered doordat ze het niet volgens de experts gedaan hebben. Een adviseursgroep van wiskundigen en statistici raadde het idee af zodra ze ervan hoorden. Zij kwamen met een heel ander voorstel. Namelijk niet de teruggekeerde toestellen te onderzoeken op kogelgaten, maar juist de neergestorte toestellen!

Nou ja, dat kon natuurlijk niet. En zo klonk het advies ook niet. Maar wat de betrokken statisticus Abraham Wald meteen doorhad, was dat in de redenatie van de militaire experts ‘survivorship bias’ een rol speelde. Zij richtten zich op de doorboorde plekken in overgebleven toestellen, terwijl die juist ondanks de clusters van kogelinslagen sterk genoeg waren geweest om terug te keren! Op de plekken waar de meeste gaten zaten, was dus juist geen extra bepantsering nodig!

Survivorship bias verdraait de blik

‘Survivorship bias’ betekent dat we de neiging hebben ons te verdiepen in wat er goed is gegaan, terwijl we verzuimen te kijken naar wat er mis ging. Dat gebeurde met de kogelinslagen in de bommenwerpers, maar het gebeurt op allerlei andere gebieden in ons leven.

Zo noemen veel mensen op de wereld de menselijke soort ‘bedacht’: we zitten zo ingewikkeld in elkaar, daar moet wel een ontwerp achter zitten. Maar… we zien niet de ‘neergestorte toestellen’, in dit geval de miljoenen ‘mislukte experimenten’ die in het proces van evolutie aan onze soort vooraf zijn gegaan.

Succes is eerder geluk dan keuze

Als we een leider kiezen, moet die wel een goed verhaal hebben. Tijdens de Amerikaanse voorverkiezingen zie je dat steeds terugkeren. We willen iemand die zich bewezen heeft, die succesvol is.

We zijn ook geneigd om ons tijdens onze carrière te verdiepen in het verhaal van succesvolle mensen en organisaties.

Toch beweert nobelprijswinnaar Daniël Kahnemann dat de enige overeenkomst tussen een grote groep succesvolle mensen is… dat ze geluk hebben gehad.

Je hoort financieel geslaagde mensen zelden getuigen van een enorme waarheid: de mate geluk die ze hebben gehad, vanwege de plek waar hun wieg stond of de mogelijkheden die zij kregen: ze zien zichzelf als self-made.  Donald Trump kreeg van zijn vader een enorme startkapitaal: toch ziet hij zichzelf als belichaming van de American Dream. De hele Amerikaanse Droom, van krantenjongen tot miljonair, lijkt te zijn gestoeld op survivorship bias.

Verdiep je in de fouten

Wil je echt wat leren waar je iets aan hebt? Dan verdiep je je niet in het succes van een ander: wat hij of zij heeft gedaan, en dat dit lukte, is voor het grootste deel een gevolg van de omstandigheden. Het zou wel eens verstandiger kunnen zijn om een net-niet-geslaagde ondernemer over haar fouten te laten uitweiden. Het verband tussen een fout en het gevolg daarvan laat zich misschien wel makkelijker leggen.

Die tweede leert ons immers niet welke keuze we in de oneindig complexe wereld met allerlei mogelijke opties beter niet kunnen maken. Terwijl het causale verband tussen een keuze en een catastrofe waarschijnlijk beter aan te tonen is, dan tussen een keuze en winst.

Meer lezen over denkfouten? Lees dan eens onderstaande boeken!

(bron: You are not so smart Podcast, ep. 65)

Je hart volgen? Niet te snel!

“Voor je je hart volgt: check eerst of het wel klopt!”

Intuïtie is populair: doen wat je hart je ingeeft. Niet onterecht. Gevoelens zijn een belangrijke bron van informatie. Ze kunnen je helpen om keuzes te maken.

Toch kun je daarbij beter je hoofd niet uitschakelen. Blijf nadenken.

Waarneming
Want hoewel het soms is alsof een intuïtie spontaan van binnen opkomt en
rechtstreeks je bewustzijn bereikt, gaat daar altijd een proces aan vooraf.
Flitsend snel worden stappen gezet.

Het begint met een impuls, die impuls wordt geïnterpreteerd en in die vorm word je hem gewaar.

“Wij voelen elkaar goed aan” is vaak een kwestie van “Wij zijn diep vertrouwd met elkaars (lichaams)taal.”

Als er bij de ander iets afwijkt dat te klein is om in de globale bewuste waarneming op te vallen, registreer je dat onbewust toch. “Ik voel bij mezelf dat er iets mis met jou is” zeg je dan. Dat je gevoel het gevolg is van een impuls van buitenaf ben je je niet bewust. Je kunt in dat geval misschien beter spreken van expertise.

Zo kan de ‘intuïtie’ van een ervaren verpleegkundige (het gevolg van oneindig veel vergelijkingsmateriaal door het waarnemen van vergelijkbare situaties) informatie verschaffen die een minder ervaren arts bij de anamnese over het hoofd ziet.

Het gevoel dat er iets anders is, of niet klopt, kan informatie geven die maakt dat je anders gaat kijken, luisteren, vragen. Op die manier vind je misschien welke afwijking van het normale je in eerste instantie ontging, en kom je tot een verklaring ervan, die je helpt te bepalen wat nu te doen.

“Ik hoor aan hoe mijn vader de voordeur opent, hoe zijn stemming is. Dan weet ik meteen of ik mijn verhaal kwijt kan, of hem juist even met rust moet laten.”

Je gevoel kan je bedriegen
Maar wat als je een gevoel hebt in een situatie waarin je geen expertise hebt? Het is niet raadzaam om dan je “hart”, je eerste impuls te volgen, zonder je hoofd te gebruiken. Daar komen ongelukken van.

Denk aan een complexe verkeerssituatie tijdens je tweede rijles: je vertraagt de auto en moet heel veel kijken, analyseren, voordat je handelt. Met veel rij-ervaring heb je misschien niet eens meer door dat de situatie waar je doorheen beweegt complex is!

We nemen niet zo goed waar
Honden zijn fantastische waarnemers. Ze kunnen worden getraind om hun eigenaar te waarschuwen op het moment dat die een epileptische aanval krijgt. Dat voelen ze dan aan, zeggen we. Maar eigenlijk nemen ze het waar: subtiele verandering in bewegingen, in geur, in stem… Daar komt geen intuïtie bij kijken.

Mensen zijn slechte waarnemers. Waardoor ze een heleboel wel in het oog krijgen, maar niet zien. Verschillende experimenten hebben dit aangetoond. De impuls is er dus soms niet eens. En als hij er wel is, kan hij verkeerd worden geïnterpreteerd.

Denk aan ‘beginnersgeluk’: je gokt, je wint, je gokt opnieuw, je wint opnieuw. En nog eens. Je krijgt het gevoel dat het je geluksdag is. Zelfs als je (dat gebeurt meestal) met minder geld de gokhal verlaat dan je erin ging, heb je dat euforische gevoel van de geluksdag nog bij je.

Interpretatie achteraf
We interpreteren er vaak maar wat op los, op de automatische piloot. Bijvoorbeeld:
“Ik dacht aan haar, en precies toen belde ze me op! Dat kan geen toeval zijn.”
De toevallige samenloop van omstandigheden valt zo op, terwijl je al die momenten vergeet waarin je vluchtig aan de ander dacht en ze je niet belde, bent vergeten.

Bijvoorbeeld:
“Ik heb de hele dag zo’n onbestemd gevoel, wat staat er in de wereld te gebeuren?”
Misschien word je ziek, of heb je wat rust nodig..?
En als er echt wat gebeurt, heb je het dan intuïtief aangevoeld, of heeft de samenloop van jouw gevoel en de gebeurtenis zo’n grote invloed op je, dat je alle andere keren dat een onbestemd gevoel geen werkelijkheid werd, vergeet?

Intuïtie is waarneming plus interpretatie
Wat we intuïtie noemen, is m.i. dus een kwestie van onbewuste waarneming. En intuïtie is effectief wanneer er sprake is van expertise. De arts die feilloos weet wat hij moet doen om, waar het protocol het af laat weten, het verloop van de situatie te beïnvloeden, zonder erover na te denken.

De intuïtie bedriegt, wanneer je je gevoel niet helder waarneemt, of niet juist interpreteert. Wat nu als je zonder het direct te merken eigenlijk bang bent terwijl je je boos voelt, en uit boosheid begint te handelen?

Als het kan, denk dan eerst even na. Verlies je hoofd niet als je je hart volgt:
Check eerst even of het wel klopt.

Maar… Denk niet teveel na!
De balans kan doorslaan naar de andere kant. Dat je te weinig doet met je gevoel, en enkel op redeneringen vertrouwt. In de zorg wordt het begrip ‘niet-pluis-gevoel’ al een tijdje gebruikt. En zorgverleners worden aangespoord dat gevoel niet te negeren. Het verschaft vaak goede informatie. Als je het met anderen deelt, en op onderzoek uitgaat, check je of die informatie klopt.

Lees: Blink, van Malcolm Gladwell