Nano-motor

Een tekstje over het werk van wetenschapper Ben Feringa uit Groningen… ik mocht het een paar jaar geleden bewerken en inspreken. Afgelopen week werd bekend dat hij de Nobelprijs voor de scheikunde zal ontvangen.

Voor de Nanofoon, deel van de permanente opstelling van Science Linx, werkte ik mee aan o.a. de tekst over Ben Feringa’s Nanomotor. Het ingesproken tekstje kun je hier horen:

Over Science Linx lees je hier (daar komt ook de artikelfoto vandaan).

Survivorship Bias

In WOII had de geallieerde luchtmacht een probleem. Bommenwerpers hadden een kans van 50% of groter om niet terug te keren van een nachtelijke aanval. Ze werden uit de lucht geschoten. Onderzoek naar hoe dit kwam leidde tot de eerste beschrijving van een belangrijke cognitieve bias (onbewust foutief vooroordeel): survivorship bias.

Pantser op de kwetsbare plekken

De enige oplossing was meer bepantsering. Maar tegelijkertijd vormde dat een probleem. Volledig bepantserde toestellen zouden loodzwaar worden.  Militaire experts hadden een idee dat even simpel als briljant was: bekijk de toestellen die wel zijn teruggekeerd en onderzoek waar de meeste kogelgaten zitten. Daar plaats je dan extra bepantsering: de andere plekken kun je met rust laten. Zou jij daar op gekomen zijn?

Hoezo… de kwetsbare plekken?

De levens van veel vliegtuigbemanningen werden gered doordat ze het niet volgens de experts gedaan hebben. Een adviseursgroep van wiskundigen en statistici raadde het idee af zodra ze ervan hoorden. Zij kwamen met een heel ander voorstel. Namelijk niet de teruggekeerde toestellen te onderzoeken op kogelgaten, maar juist de neergestorte toestellen!

Nou ja, dat kon natuurlijk niet. En zo klonk het advies ook niet. Maar wat de betrokken statisticus Abraham Wald meteen doorhad, was dat in de redenatie van de militaire experts ‘survivorship bias’ een rol speelde. Zij richtten zich op de doorboorde plekken in overgebleven toestellen, terwijl die juist ondanks de clusters van kogelinslagen sterk genoeg waren geweest om terug te keren! Op de plekken waar de meeste gaten zaten, was dus juist geen extra bepantsering nodig!

Survivorship bias verdraait de blik

‘Survivorship bias’ betekent dat we de neiging hebben ons te verdiepen in wat er goed is gegaan, terwijl we verzuimen te kijken naar wat er mis ging. Dat gebeurde met de kogelinslagen in de bommenwerpers, maar het gebeurt op allerlei andere gebieden in ons leven.

Zo noemen veel mensen op de wereld de menselijke soort ‘bedacht’: we zitten zo ingewikkeld in elkaar, daar moet wel een ontwerp achter zitten. Maar… we zien niet de ‘neergestorte toestellen’, in dit geval de miljoenen ‘mislukte experimenten’ die in het proces van evolutie aan onze soort vooraf zijn gegaan.

Succes is eerder geluk dan keuze

Als we een leider kiezen, moet die wel een goed verhaal hebben. Tijdens de Amerikaanse voorverkiezingen zie je dat steeds terugkeren. We willen iemand die zich bewezen heeft, die succesvol is.

We zijn ook geneigd om ons tijdens onze carrière te verdiepen in het verhaal van succesvolle mensen en organisaties.

Toch beweert nobelprijswinnaar Daniël Kahnemann dat de enige overeenkomst tussen een grote groep succesvolle mensen is… dat ze geluk hebben gehad.

Je hoort financieel geslaagde mensen zelden getuigen van een enorme waarheid: de mate geluk die ze hebben gehad, vanwege de plek waar hun wieg stond of de mogelijkheden die zij kregen: ze zien zichzelf als self-made.  Donald Trump kreeg van zijn vader een enorme startkapitaal: toch ziet hij zichzelf als belichaming van de American Dream. De hele Amerikaanse Droom, van krantenjongen tot miljonair, lijkt te zijn gestoeld op survivorship bias.

Verdiep je in de fouten

Wil je echt wat leren waar je iets aan hebt? Dan verdiep je je niet in het succes van een ander: wat hij of zij heeft gedaan, en dat dit lukte, is voor het grootste deel een gevolg van de omstandigheden. Het zou wel eens verstandiger kunnen zijn om een net-niet-geslaagde ondernemer over haar fouten te laten uitweiden. Het verband tussen een fout en het gevolg daarvan laat zich misschien wel makkelijker leggen.

Die tweede leert ons immers niet welke keuze we in de oneindig complexe wereld met allerlei mogelijke opties beter niet kunnen maken. Terwijl het causale verband tussen een keuze en een catastrofe waarschijnlijk beter aan te tonen is, dan tussen een keuze en winst.

Meer lezen over denkfouten? Lees dan eens onderstaande boeken!

(bron: You are not so smart Podcast, ep. 65)

De knuffel van Matthijs van Nieuwkerk

Knuffelen is een geweldige manier om stress te verminderen. Olifanten weten dat, maar bij mensen is inmiddels ook aangetoond dat aanraken en omhelzen veel positieve effecten hebben. Ook Matthijs van Nieuwkerk blijkt het te weten:

Van knuffelen gaat je bloeddruk omlaag, en het vermindert het aantal stressstofjes (cortisol) in je lijf.

Stress van een goocheltruc

Als iets stressvol is, is het wel een goocheltruc. Je staat er met je neus bovenop, je werkt er zelfs aan mee: en de uitkomst is onverwacht, onverklaarbaar, onmogelijk! Je mond valt open, je ogen worden groot van verbazing. Hè!?

Fascinatie en angstige onzekerheid

Vervolgens zit je natuurlijk enorm met jezelf omhoog. Je gedachten gaan alle kanten op: heb ik iets over het hoofd gezien? Wat gebeurt hier? Dat kán toch helemaal niet? Fascinatie (ik wil er meer van weten) en angstige onzekerheid (hoe kan het dat ik het niet heb gezien ) tegelijkertijd. Het ideale uitgangspunt voor overspronggedrag: een manier om stress te verminderen die helemaal niet past bij het moment.

Matthijs van Nieuwkerk in Mindf*ck

Een prachtig voorbeeld van overspronggedrag als middel om stress te reduceren was de knuffel van Matthijs van Nieuwkerk in het programma van illusionist Victor Mids.

Van Nieuwkerk heeft meegewerkt aan een illusie (goocheltruc) en snapt er niets van! Wat doe je dan? Dan vlieg je de illusionist maar in de armen. Vreemd gedrag op dat moment. Maar wel te verklaren als je het als overspronggedrag ziet.

Kijk het fragment hier

Of je wordt gewoon boos..?

Het meemaken van een illusie kan ook ander gedrag oproepen. Als het niet snappen van de illusie ingaat tegen je zelfbeeld (ik kan mijn eigen zintuigen toch wel vertrouwen) kun je ook gewoon geïrriteerd raken. Zoals John Williams. Zie het fragment hier… Zou dit dan te maken hebben met cognitieve dissonantie-reductie?

En wat doe jij met je stomme verbazing als je een truc niet snapt? Matthijs leerde je in ieder geval een effectieve strategie om met stress om te gaan!

Vreemde gedragingen – Overspronggedrag

Koning van het overspronggedrag

Koning Willem Alexander wreef tijdens zijn kersttoespraak met de duim van zijn ene hand steeds over de rug van zijn andere hand. ‘Je hersenen maken serotonine aan op het moment dat je jezelf begint te aaien’, lichtte een presentatie-expert op de radio toe. De woordkeus in deze ene zin verraadt al wat hij over het algemeen van de presentatie van de koning vond: ongemakkelijk. (luister het fragment van 2 januari 2016 hier)

‘Aha!’ dacht ik. Volgens mij herken ik daar wel iets van. Mijn vrouw zei ooit: soms zit je aan je neus, of je krabt je aan je achterhoofd, en alleen daaraan merk ik dat je het even spannend vindt dat je voor de grote groep staat. Na een training kreeg ik van mijn co-facilitator terug dat ik wel erg veel aan mijn gezicht had gezeten: ik had er niks van gemerkt, maar wist wel dat ik veel spanning had gevoeld.

Was ik bezig geweest mezelf gerust te stellen?

Overspronggedrag bij dieren: kat en hond

Ik herinnerde me opeens wat een vriend me vertelde over ‘overspronggedrag’. Hij had het over hoe een kat die middenin een activiteit (bijvoorbeeld het besluipen van een vogel) gestoord wordt, de neiging heeft zichzelf te gaan wassen. Zomaar, ineens. Hij ‘springt over’ van het ene gedragspatroon naar het andere, en er is geen duidelijk verband tussen die twee. Ook is de directe prikkel die aanleiding zou geven tot het andere gedragspatroon afwezig.

Hier zie je hoe een hond die een opdracht van zijn trainster niet begrijpt, plotseling besluit te snuffelen. Kijk hier.

Overspronggedrag bij mensen

Bij mensen vindt overspronggedrag plaats als gevolg van stress. De stress maakt dat je wilt vechten of vluchten maar… je wilt ook de taak verrichten waar je mee bezig bent. Mensen gaan dan, zo stellen onderzoekers, hun gezicht aanraken of zich ergens krabben. En dat werkt! Het is een ‘coping-strategie’.

Ontdek hier hoe Matthijs van Nieuwkerk overspronggedrag vertoont.

Overspronggedrag werkt

Uit verschillende experimenten blijkt dat, met het vertonen van overspronggedrag zoals krabben en je gezicht aanraken, het stressniveau verlaagt, waardoor ook de hartslag afneemt en de cognitieve vaardigheden weer toenemen (die nemen onder invloed van stress namelijk behoorlijk af).

…maar niet bij vrouwen?

Het bijzondere is wel, dat dit vooral bij mannen zo blijkt te werken. Bij vrouwen gaat overspronggedrag gepaard met groeiende stress! Zou dat iets te maken hebben met een groter ‘public self-consciousness’, zo vragen deze onderzoekers zich af. Blijkbaar hebben mannen een andere copingstrategie dan vrouwen.

Soms gebeurt het gewoon

Bij jonge kinderen blijkt het overspronggedrag geen effect te hebben op de mate waarin ze zichzelf in toom kunnen houden als ze aan een verleiding worden blootgesteld. Het krabbelen of aan het gezicht zitten zijn op dat moment eerder ‘bijkomend gedrag’ dan een copingmechanisme, denken onderzoekers.

De koning was gestresst

Koning Willem Alexander was blijkbaar gestrest tijdens zijn nieuwjaarstoespraak. En ik was onbewust spanning aan het verminderen tijdens een presentatie en een training. Mij viel het niet op dat ik dat deed. De koning was het zich waarschijnlijk ook niet bewust. Dan hadden we het immers wel achterwege gelaten: scheelt weer kritiek.

Hoewel: word je ongeloofwaardig als mensen zien dat je zenuwachtig bent?

Herkenbaar?

Wanneer heb jij je voor het laatst achter de oren gekrabd? Herken je overspronggedrag bij jezelf? Frunnik je aan een kettinkje, doe je je haar achter je oren terwijl het achter je oren zit of tik je ritmisch op tafel terwijl je helemaal geen muziek wilt maken? Wat doe jij?

(Foto van Johanneke Kroesbergen)

Wat is cognitieve dissonantie? – dat is zelfrechtvaardiging

Lees deze longread over Cognitieve Dissonantie en Zelfrechtvaardiging. Met uitleg van wat cognitieve dissonantie is, en met voorbeelden van cognitieve dissonantie.

Doen wat eigenlijk niet past

Cognitieve dissonantie is de onbewuste spanning die optreedt wanneer we iets doen waarvan we eigenlijk vinden dat het niet bij ons past. Om die spanning op te lossen, cognitieve dissonantie-reductie*, passen we ons verhaal aan. Waardoor we plotseling vinden dat wat we gedaan hebben eigenlijk wel bij ons past. Of niet zo erg is, want er was een goede reden voor. Kortom: alles om het idee dat we een ‘harmonieus en samenhangend’ persoontje zijn, overeind te houden. Dat laatste kun je ook wel ‘zelfrechtvaardiging’ noemen.

When Prophecy Fails

De aarde zou in een vloedgolf verdwijnen. Maar een groep uitverkorenen in Detroit zou per U.F.O. veilig worden weggevoerd naar de planeet Clarion. Deze gebeurtenis vormt het onderwerp van het onderzoek dat Leon Festinger in 1964 publiceerde onder de titel ‘When Prophecy Fails’ (Ebook). In zijn verslag introduceert Festinger het begrip ‘cognitieve dissonantie’ voor een theorie die tot op de dag van vandaag helpt om allerlei onverwacht gedrag van mensen te verklaren.

De UFO die niet kwam

Toen ze niet werden meegenomen in de langverwachte nacht, vielen ze niet van hun geloof. Dat had Festinger al voorspeld: hun geloof in het bestaan van de UFO’s en de waarheid van hun overtuigingen zou alleen maar sterker worden. Inderdaad: jubelend trokken de gelovigen de straat op, omdat dankzij hun toewijding (ze hadden van alles opgegeven om het de aliens naar de zin te maken) de aarde gespaard was gebleven.

Wat hier gebeurde? Toen de feiten niet klopten met de overtuigingen die ze vooraf hadden, pasten de gelovigen liever hun verhaal aan, dan conclusies aan de feiten te verbinden. Onbewust kozen ze voor deze uitweg die hun manier van denken over zichzelf als ‘gezonde verstandige mensen’ het minst bedreigde. De spanning van het ‘niet kloppen’ noemde Festinger ‘cognitieve dissonantie’

Dissonant: spanning in je lijf

De term dissonantie ontleende Festinger aan de muziek. Dissonant betekent ‘wanklank’, en dat is een toon die niet op een mooie manier past bij de andere tonen die op dat moment te horen zijn. De tonen zijn op zichzelf prima, maar bij elkaar passen ze niet. Je hoort het in dit filmpje goed het verschil tussen tonen die bij elkaar passen (consonant zijn, samen-klinkend) en tonen die dissonant zijn.

De afwisseling van dissonante en consonante klanken is een van de middelen waarmee muziek gevoel kan overdragen: je voelt het verschil in je lijf. Dit liedje van The Beatles begint bijvoorbeeld dissonant en gaat dan over naar tonen die mooi samen klinken.

Dissonantie (‘het dissonant zijn’) roept spanning op, een gevoel van ongemak. Bij cognitieve dissonantie is er in plaats van spanning tussen ‘tonen’ spanning tussen ‘cognities’.

Cognitie: het plaatje in je hoofd

Letterlijk betekent het woord cognitie zoiets als ‘kennis’ of ‘inzicht’. Festinger maakte de betekenis wat breder. Voor hem zijn  je overtuigingen, waarden en ideëen over jezelf en de wereld om je heen, allemaal cognities. Ook wat je spontaan doet komt als ‘plaatje’ in je hoofd terecht. Je cognities zijn er gewoon, je bent je daar niet van bewust.

Ook al weten we als mensen dat we ‘een vat vol tegenstellingen’ zijn, toch hebben we ten diepste het beeld van onszelf als een logisch samenhangende eenheid. Als we onszelf omschrijven doen we dat in termen die bij elkaar passen, die op elkaar aansluiten en elkaar niet tegenspreken. We zullen nooit zeggen dat we vrijgevig en gierig zijn, bijvoorbeeld. Dat zou inconsistent zijn. Die twee plaatjes passen niet bij elkaar, en de tegenstrijdigheid past niet bij het plaatje van onszelf.

Het opsporen van Cognitieve Dissonantie

Volgens Leon Festinger worden we als mensen toch steeds weer geconfronteerd met tegenstrijdigheden over onszelf. We krijgen nieuwe informatie die niet klopt met onze overtuigingen, waarden of ideeën. Of we doen iets dat daarmee niet strookt. Op zich kloppen beide cognities, zoals de losse tonen in een harmonie. Maar samen wringen ze en geven een ongemakkelijk gevoel. Meestal zijn we ons dat niet bewust. Dat heet cognitieve dissonantie.

In het dagelijks leven kun je cognitieve dissonantie op het spoor komen door de vreemde manier waarop die wordt opgelost: door het negeren van de feiten in het verhaal dat je jezelf over die feiten vertelt. Dit heet cognitieve dissonantie-reductie.

Liever je verhaal aanpassen dan je zelfbeeld

De UFO-gelovigen trokken geen conclusies uit het feit dat hun verwachting niet was uitgekomen. Ze hadden er enorm naartoe geleefd. Hun bezittingen verkocht. Alles van metaal verwijderd uit hun omgeving (want dat moest). In de nacht dat ze zouden meegenomen verwijderde een van de aanwezigen zelfs nog snel zijn vullingen (kwik), toen het toch wel erg lang duurde. Toen de zon opkwam kreeg de leidster plotseling de boodschap van de Aliens: “jullie hebben de wereld voor de ondergang behoed!” Deze boodschap was uiteraard beter te pruimen dan “jullie zijn gek”. Liever je verhaal veranderen dan je zelfbeeld aantasten.

Overigens geloofde de echtgenoot van de profetes er niets van. In de nacht dat ze met haar volgelingen zou worden meegevoerd door de aliens, ging hij gewoon naar bed.

(lees verder over het onderzoek van Festinger naar de UFO-cultus (engels))

Een oeroud voorbeeld van cognitieve dissonantie-reductie: de vos en de druiven

Er is een oeroude fabel die vaak gebruikt wordt om cognitieve dissonantie te illustreren: ‘de hongerige vos’ van Aesopus. Ik deel hem graag met je, en probeer daarna de tegenstrijdige cognities te achterhalen.

Een hongerige vos zag een fraaie tros druiven hangen aan een lange wijnstok.
‘Die zien er lekker rijp uit,’ dacht de vos.
Hij ging op zijn twee poten staan om de druiven te grijpen,

maar de tros hing te hoog.
De vos nam een aanloopje en sprong hoog in de lucht, maar nog kon hij de tros niet bereiken.
Wat de vos ook probeerde, het lukte hem niet de druiven te pakken.
Dus gaf hij op. De vos keerde zich om met de neus in de lucht en liep weg alsof het hem niks kon schelen. ‘Ik dacht dat die druiven rijp waren,’ zei hij tegen zichzelf, ‘maar nu zie ik dat ze toch zuur zijn.’
 Aesopus (ca. 600 voor Christus)

Hoge dunk van jezelf overeind houden

Het is voor de vos makkelijker om zijn mening over de druiven aan te passen, dan de spanning van tegenstrijdige cognities uit te houden.

  1. ik heb trek in druiven
  2. deze druiven zien er zoet uit
  3. ik kan goed druiven plukken
  4. ik ben een doorzetter
  5. ik kan deze druiven niet plukken
  6. ik geef op

Blijkbaar heeft de vos een redelijk hoge dunk van zichzelf… Om cognitie 1, 3 en 4, onderdeel van zijn positieve zelfbeeld, overeind te houden, relativeert hij cognitie 5 en 6. Hij doet dat door de druiven zuur te verklaren: ze waren de moeite niet waard, anders had hij zich wel echt ingespannen en ze te pakken gekregen. Deze vorm van cognitieve dissonantie-reductie kom je bij mensen met een hoog zelfbeeld én bij mensen met een laag zelfbeeld tegen trouwens. Als ze succes hebben, ligt dat bij mensen met een laag zelfbeeld vaak aan anderen: ze onderschatten hun eigen inbreng. En als iemand met een hoge dunk van zichzelf faalt, dan ligt dat natuurlijk niet helemaal aan hem.

Een tweede voorbeeld van cognitieve dissonantie: Ik ben een goed mens

In de voetgangerstunnel zit een bedelaar tegen de muur, met een bakje aan zijn voeten. Hij houdt een papiertje vast met ‘dakloos’ erop. Het is duidelijk dat hij geld verwacht: er ligt al wat kleingeld in het bakje. Wat doe je als hem ziet zitten? Geef je wat kleingeld, of niet? Er wordt een beroep gedaan op je hulpvaardigheid. En jij bent een hulpvaardig, empathisch mens. Kun je nog doorlopen zonder iets van het losse geld te geven dat je in je portemonnee hebt?

Wat denk je?

Ja natuurlijk kan dat. Maar het lukt niet zonder slag of stoot. Niet zonder gedachten die in je opkomen. Je zult bijvoorbeeld moeten denken ‘ik heb hem vorige keer ook al geld gegeven’. Of: ‘bedelen hoeft niet in Nederland’. Of: ‘hij ziet eruit als een junkie, ik wil zijn gebruik niet sponsoren’.

Wringende cognities

Er zijn in dit voorbeeld drie cognities die met elkaar wringen:
1- je bent een hulpvaardig mens,
2- er wordt een beroep op je hulpvaardigheid gedaan,
3- je helpt niet.

Onbewust los je de spanning op door gedachten te krijgen die cognitie 2 veranderen (de bedelaar die een beroep doet op je hulpvaardigheid), waardoor je actie (doorlopen zonder te geven, cognitie 3) weer harmonieert met je zelfbeeld (hulpvaardig, cognitie 1). Dankzij die gedachten kun je zonder te geven met jezelf blijven leven.

Klopt mijn reactie wel met de feiten?

Als je je gedachten kritisch onder de loep neemt, blijkt echter dat er sprake is van cognitieve dissonantie. Cognitieve dissonantie kun je alleen op het spoor komen doordat de gedachten of daden waarmee je op een situatie reageert, niet overeenkomen met de feiten.

Dat je überhaupt dergelijke gedachten hebt, en niet onaangedaan blijft, is al een teken dat er cognitieve dissonantie in het spel was. De gedachte ‘ik heb hem vorige keer ook al geld gegeven’ is feitelijk geen reden om het niet vandaag opnieuw te doen. Bedelen hoeft niet in Nederland, misschien, maar je weet niet waarom deze persoon daar zit. En op grond van uiterlijk bepalen dat iemand een junkie is… is dat een goede reden om geen geld te geven?

Zelfrechtvaardiging: om lekker te slapen

Cognitieve dissonantie-reductie draait om zelfrechtvaardiging. Zelfrechtvaardiging is een onbewust mechanisme waarmee we ons zelfbeeld overeind houden. En daar gaan we heel ver in! We willen onszelf namelijk wel goede en verstandige mensen blijven vinden. Ook al hebben we dan iets gezegd of gedaan dat slecht of onverstandig was.

Voordeel hiervan? We kunnen ’s nachts lekker slapen. Maar nadelen zijn er ook. We komen bijvoorbeeld niet toe aan het herstel van relaties. Want hé, wij hebben toch niet zoveel fout gedaan? En soms gaan we over lijken.

Feiten verdraaien, idealen afzwakken

Carol Tavris en Elliot Aronson concluderen in hun aanstekelijke boek Mistakes were made (but not by me) dat cognitieve dissonantie meestal wordt opgelost, door de feiten zo te interpreteren dat ons zelfbeeld overeind blijft. Wij zien onszelf als goede, redelijke, verstandige, coherente mensen. Als we iets doen dat strijdig is met ons zelfbeeld, bijvoorbeeld het verloochenen van een ideaal, dan zullen we eerder dat ideaal afzwakken dan ons zelfbeeld te dimmen. Zo doen we aan zelfrechtvaardiging, en verzetten ons tegen zelfverloochening.

Zelfrechtvaardiging gaat onbewust

Zelfrechtvaardiging is een onbewust proces. Je overtuigt jezelf ervan dat je aan de goede kant staat. Dan is het soms nodig om je eigen fouten, en je verkeerde besluiten, te minimaliseren. Ook moet je je eigen morele uitglijders meer relativeren dan die van anderen. Zelfrechtvaardiging maakt ons bovendien minder gevoelig voor de discrepantie tussen onze morele overtuigingen en onze daden.

Ons geheugen bedriegt ons

Helaas is zelfrechtvaardiging een onbewust proces. Ons geheugen bedriegt ons, het is een ‘onbetrouwbare historicus’. Als we een herinnering ophalen, wordt die ingekleurd en aangepast door een egocentrisch vooroordeel. De scherpe kantjes worden eraf gehaald, onze eigen bijdrage aan de ellende gereduceerd. Zodra we die herinnering hebben, gaan we er meer en meer in geloven: het wordt onze waarheid.

Onze waarneming bedriegt ons

Zo sterk is de zelfrechtvaardiging, dat we de feiten niet kunnen waarnemen los van onze eigen interpretatie.

“Ik heb nooit van je gehouden!” Valt jou ook op dat mensen dit alleen zeggen als de relatie op een nare manier geëindigd is?

Zelfrechtvaardiging is gezond

Een zekere mate van eigenliefde hoort bij psychisch gezonde mensen: dit zorgt dat we in onszelf investeren. We hebben het nodig om onszelf als samenhangende eenheid te ervaren, met een illusie van redelijke controle over ons eigen (innerlijke) leven: het alternatief is een verlammende angst. We hebben zelfrechtvaardiging nodig. Zo zeer nodig, dat het een onbewust proces is.

Een goed gevoel over jezelf

Voordeel hiervan? We kunnen ’s nachts slapen zonder onszelf te kwellen met schaamtegevoel en spijt, zonder in twijfel te malen over onze besluiten. We kunnen activiteiten in de wereld ontplooien omdat we ons goed voelen over onszelf.

Nadelen van zelfrechtvaardiging

Er kleven grote nadelen aan ons onbewuste proces van zelfrechtvaardiging. Omdat we de feiten geweld aandoen, en onze verhouding tot andere mensen.

Verdraaide waarheid

– Omdat we onze fouten niet eens zien, komen we aan herstel niet toe.
– Onze perceptie van de werkelijkheid wordt verstoord, waardoor we informatie niet neutraal waarnemen.
– De kloof tussen mensen, partners, staten wordt ongewild vergroot.
– Ongezonde gewoontes zijn lastig los te laten.
– Schuldigen vermijden het om verantwoording te nemen.
– Professionals deinzen ervoor terug om een achterhaalde houding bij te stellen
tot schade van de mensen voor wie zij zich inzetten

Zelfrechtvaardiging en misdaad

Tavris en Aronson citeren een figuur uit een roman van Tolstoj, die op de vraag ‘Waarom haat je hem zo?’ antwoordt:

‘Ik heb hem een rotstreek geleverd, en sindsdien ben ik hem gaan haten.’

Als we iets slechts doen, iets dat niet overeenkomt met onze morele overtuigingen, erkennen we dat niet door te bekennen dat we in staat zijn tot slechte dingen. Veel eerder rechtvaardigen we onszelf, door degene die lijdt onder onze daden aan te wijzen als veroorzaker.

Verkracht? Ze vroeg erom!

‘U zegt wel dat het verkrachting was, maar ze vroeg erom met haar uitdagende kleding. Ik heb haar trouwens geen nee horen zeggen.’
– ‘Dat kon ze niet zeggen want u had haar gedrogeerd.’
‘Tja, als iemand zo slecht op haar drankje let, dan nodigt ze je eigenlijk uit om er drugs in te stoppen.’

Het zijn ook gewoon beesten

Krijgsgevangenen werden in de Tweede Wereldoorlog opgesloten binnen een omheining. Zonder beschutting, zonder eten. Als er een homp brood over het hek werd gegooid, vochten ze erom als honden. De ene bewaker stootte de ander aan en zei: ‘Zie je wel wat voor beesten het zijn?’

Abu Graib

In “onze tijd” kent iedereen de foto’s die door bewakers gemaakt werden in de Abu Graib-gevangenis. Ze lijken hun behandeling Zie je wel: het zijn geen mensen.

En wat kun je eraan doen? Even STOP roepen!

Zelfrechtvaardiging is gezond. En cognitieve dissonantie-reductie is een onbewust proces. Zelfs als je weet dat het gebeurt, gebeurt het nog. Wat kun je eraan doen? In ieder geval kun je, zodra je dat unheimische gevoel waarneemt van spanning in jezelf, even STOP roepen. Even pauzeren. Even afstand nemen, en je niet mee laten slepen. Bij twijfel niet inhalen. En stilstaan bij de vraag: wat wil ik nu echt? En wat heb ik te verliezen?

* Het is populair om iemand anders van ‘cognitieve dissonantie’ te beschuldigen. Hierboven lees je dat dat niet klopt: wat je uiteindelijk bij een ander ziet gebeuren is een voorbeeld van ‘cognitieve dissonantie-reductie’ of zelfrechtvaardiging.