Vertaling van Amanda Gorman ‘The Hill we Climb’ – inauguratie president Joe Biden 2021

De heuvel die we beklimmen – Amanda Gorman

Komt de dag, dan vragen we ons af: waar vinden we licht in deze schemer die niet aflaat?

Het verlies dat we dragen. Een zee om te doorwaden.

We kwamen de buik van het beest te boven.

We leerden dat stilte niet altijd vrede is en dat in de normen en opvattingen van wat gewoon zo is, niet altijd gerechtigheid ligt.

En toch is hij van ons, de dageraad, nog voor we het wisten.

Op de een of andere manier doen we het.

Doorstonden we het en ontdekten we een natie die niet gebroken maar gewoon nog te voltooien is.

Wij, de nazaten van een land en een tijd waarin een dun donker meisje dat afstamt van slaven, door een alleenstaande moeder grootgebracht, ervan kan dromen om president te worden, en opeens voor een ervan staat voor te dragen.

En ja, we zijn verre van gepolijst, laat staan onbeschadigd, maar dat betekent niet dat we niet naar perfecte eenheid streven.

Dat we ervoor vechten om onze eenheid met betekenis te smeden,

Een land te vormen toegewijd aan alle culturen, kleuren, karakters en menselijke omstandigheden.

Dus vestigen we de blik niet op wat er tussen ons in staat, maar op wat ons te doen staat.

Sluiten de kloof omdat onze toekomst moet voorgaan, en onze verschillen op het tweede plan staan.

We laten onze vuisten zakken om elkaar de hand te kunnen reiken.

We zoeken wreedheid voor niemand en voor iedereen vrede.

Laat de wereld, als alles zwijgt, zeggen dat dit waar is.

Dat we zelfs toen we rouwden groeiden.

Dat we zelfs toen we bloedden hoopten.

Dat we zelfs toen we moe werden bleven proberen.

Dat we voor altijd samengebonden zullen zijn en zegevieren.

Niet omdat we nooit meer nederlagen zullen kennen, maar omdat we nooit meer verdeeldheid zullen zaaien.

De Schrift spoort ons aan tot het visioen dat iedereen onder zijn eigen wijnrank en vijgenboom zal zitten, door niemand opgeschrikt.

Als we onszelf de tijd gunnen, zal de overwinning niet komen door het zwaard, maar door alle bruggen die wij hebben gemaakt.

Dat is de belofte van de grazige weide, de heuvel die we beklimmen, als we maar durven.

Het is omdat Amerikaans zijn meer is dan een trots die we erven.

Het is het verleden omarmen en het helen van de scherven.

We hebben een kracht gezien die onze natie liever verbrijzelde dan hem te delen.

Die ons land zou verwoesten als hij de democratie er maar mee vertraagde.

Een poging die bijna, bijna slaagde.

Maar hoewel je democratie tijdelijk kan vertragen, kan zij niet definitief worden verslagen.

Op deze waarheid, op dit geloof vertrouwen we, want terwijl wij onze ogen op de toekomst vestigen, vestigt de geschiedenis haar ogen op ons.

Dit is het tijdperk van louter verlossing.

We waren bang in het begin.

We voelden ons onvoorbereid erfgenamen te zijn van zo’n angstaanjagend uur.

Maar vonden daar middenin de kracht om een nieuw hoofdstuk te schrijven, om weer hoop en vreugde te krijgen.

Dus waar we ons ooit afvroegen, hoe zouden we ooit een ramp overwinnen, stellen we nu, hoe zou een ramp ons ooit overwinnen?

We marcheren niet terug naar dat wat was, maar bewegen vooruit naar wat zal zijn: een land dat gewond maar heel is, van goede wil maar vastberaden, fel en vrij.

We laten ons niet weren of onderbreken door intimidatie omdat we weten dat ons stilstaan en onze luiheid de nalatenschap zullen zijn voor de volgende generatie, hun toekomst zullen worden.

Onze nalatigheden worden hun last.

Maar een ding is zeker.

Als we genade vullen met macht en macht met recht, dan wordt liefde onze erfenis en “change” voor onze kinderen hun geboorterecht.

Laten we dus een beter land doorgeven dan aan ons gegeven werd.

Met elke ademteug van mijn brons-beslagen borst, maken we deze gewonde wereld het bewonderen waard.

We zullen opgaan uit de goudgerande heuvels van het Westen.

We zullen opgaan uit het verwaaide Noordoosten waar onze voorvaderen ons voorgingen in de revolutie.

We zullen opgaan uit de meer-omrande steden van de Midwestelijke staten.

We zullen opgaan uit het zongebrande Zuiden.

We zullen herbouwen, verzoenen en herstellen.

En elke uithoek van onze natie, elk gewest dat ons land genoemd wordt, ons veelkleurige en prachtige volk, zal gehavend en schitterend tevoorschijn komen.

Komt de dag, dan stappen we uit de schemer, vol vuur en zonder angst.

De nieuwe dageraad barst los als we hem bevrijden.

Want er is altijd licht. Als we maar moedig genoeg zijn om het te zien.

Als we maar moedig genoeg zijn om het te zijn.

 

Vertaling:
Karin Dunning
Kaj van der Plas

[embedyt] https://www.youtube.com/watch?v=LZ055ilIiN4[/embedyt]

Lees hier de originele tekst (opent in nieuw tabblad)

Meer poëzie

Ontdek ook deze vertaling van Billy Collins: Vragen over engelen

Hou me vast – Wende Snijders – lyrics

Dit prachtige lied is net als Vrij Me een samenwerking tussen Wende Snijders en Dimitri Verhulst. En net als Vrij Me gaat het, volgens mij, over het verlangen naar de helende kracht van intimiteit.

Snijders heeft inmiddels een paar versies online geplaatst, waarvan vooral de a-capella uitvoering veel indruk maakte.

Strofe 1

De eerste strofe van de tekst zet meteen de toon: ‘hou me vast’, alsof de ik-figuur in de afdruk die de omhelzing achterlaat alles kan bewaren van dit goede moment dat hij/zij zo graag wil blijven vasthouden – herinneren

Opvallend licht is het beeld van geluk zonder gewicht, het geeft de zoektocht naar het diepgevoeld willen vasthouden een zekere lichtvoetige ondertoon.

Hou me vast en
leer me zo alvast
hoe ik dit vasthoud
deze dag
deze lach op ons gezicht
hoe wij ons gelieven en
zo vallen in verbazing van
geluk zonder gewicht –
hou me vast

Strofe 2

In de tweede strofe roept de dichter beelden op van een warme zomeravond; concrete beelden die genoemd worden als beeld van ‘eenvoud’. Net als licht is eenvoud niet zwaar maar lichtvoetig, opnieuw dat contrast met de toon van de vraag ‘hoe hou ik dit vast’, smachtend en zoekend gezongen.

Hoe hou ik dit vast de
eenvoud van de avond zonder jas op ons terras
je hand waar ik die graag heb
we zwijgen heerlijk van de pret
ik ruik je in mijn glas, oh hoe hou ik dit vast –
hou me vast

Strofe 3

Hier wordt het lyrisch, een ander persoon wordt bezongen. In het beeld van god die niet ziet, zit de beeldspraak van ‘doen wat God verboden heeft’. Daar raakt het verlangen naar vasthouden en bewaren van een intense ervaring, de ervaring van vastgehouden worden te raken.

Hoe hou ik dit vast het
licht dat op je valt,
je mond is warm als de mistral
god ziet ons niet
ik wil je ik raak je aan
ik zing je uit
oh hoe hou ik dit vast –
hou me vast

Strofe 4 en 5

En dan lijkt de ik-figuur in het gedicht het verlangen neer te leggen, de toekomst even naast zich neer te leggen, op te willen gaan in het vastgehouden worden in het hier en nu. ‘Laat dit moment eeuwig duren, de tijd stil blijven staan,’ of in die trant.

Tot hier wil ik mij leven
hier leg ik mij neer
hier leg ik het af –
hou me vast

Tot hier wil ik mij leven
hier leg ik mij neer
hier leg ik mij af –
hou me vast

Strofe 6

En dan sluipt de toekomst toch binnen, als het moment dat onherroepelijk zal komen, waarin dit nu, dat eeuwig zou moeten duren, voorbij zal zijn. ‘Hou me vast’ en prent in mij zo dit moment in, dat ik het later nog kan voelen als dit moment voorbij zal zijn.

Hou me vast
zodat ik het kan aaien in de antraciete nacht
waarin dit alles al dit alles ons
allang zal zijn
ontsnapt

t. Dimitri Verhulst
m. Wende Snijders

Ontdek hier het laatste album van Wende Snijders

[embedyt] https://www.youtube.com/watch?v=NfWTKNyXJWk[/embedyt]

*De oorspronkelijke opmaak en interpunctie van het gedicht zijn onbekend

Gedicht: Zeg ze niet dat ik slaap

Wat zeg je tegen kinderen als oma, opa, papa of mama is overleden? Daarover gaat dit gedicht. Het werd gepubliceerd in magazine Woord en Dienst. En op mijn eigen gedichtenblog doorjeoogharen.nl

Zeg ze niet dat ik slaap

Zeg ze niet dat ik slaap
want de slaap is een vriend
dus die doet zoiets niet.

En ik ben ook geen ster
die ze welwillend ziet
want een ster is te ver.

Is het echt beter zo?
De pijn is voorbij
maar het is nergens hemel

waar we niet samen zijn.
Zeg ze niet wat ik ben,
waar ik ben, het is geheim.

Iemand laten gaan: lees ook het gedicht ‘Laten varen‘.

Een geheim is een zaadje
dat drijft op de wind
zonder dat je het weet

een klein holletje vindt
zich er nestelt en groeit
en dan net als je dacht

dat de nacht
nooit meer weggaat

als een bloem
naar je lacht.

– Kaj van der Plas –

Dans!

Sinds 2012 publiceer ik met regelmaat korte gedichten op een apart blog : www.doorjeoogharen.nl

Het zijn sfeertekeningen en mijmeringen bij het vaderschap, geplaatst tegen een passende achtergrondafbeelding.

Wie zich abonneert, krijgt bij elk nieuw gedichtje een berichtje.

Ansichtkaarten van de 10 populairste gedichten zijn in de maak.

Wat is polarisatie? Een denkbeeldige tegenstelling tussen “wij” en “zij”.

Polarisatie is denken in tegenstellingen: een “wij” en “zij”. Maar die tegenstellingen gaan bij polarisatie niet terug op feiten, maar op ideeën. Denk bijvoorbeeld aan polarisatie tussen ‘moslims’ en ‘niet-moslims’. Er zijn meer overeenkomsten tussen deze twee groepen, dan er verschillen zijn. En binnen de groepen ‘moslims’ en ‘niet-moslims’ zijn er meer verschillen tussen de mensen dan overeenkomsten. Maar met dat feit wordt niets gedaan. Er wordt een beeld opgeroepen en dat beeld wordt steeds herhaald en bekrachtigd met voorbeelden. Wie hebben daar baat bij? De mensen die polariseren. Wie is het slachtoffer? De mensen zonder mening, of de mensen die genuanceerd denken. Immers: wie niet voor ons is, is tegen ons. En het dieptepunt van polarisatie is een burgeroorlog.

Polarisatie: gevoelde maar geen meetbare tegenstelling

Onze maatschappij is op een aantal vlakken gepolariseerd. Tenminste: in de manier waarop er bericht wordt over de maatschappij en hoe mensen die zien, komen tegenstellingen voor. De tegenstelling tussen ‘Politiek’ en ‘Burger’, de tegenstelling tussen ‘Voor Zwarte Piet’ en ‘Tegen Zwarte Piet’, de tegenstelling tussen ‘De Islam’ en ‘Het Westen’, de tegenstelling tussen ‘Asielzoekers’ en ‘Eigen volk dat hulp nodig heeft’. Anders dan “echte” tegenstellingen, bijvoorbeeld tussen de groep “armen” en “rijken”, zijn de polarisatie-tegenstellingen niet terug te brengen tot meetbare feiten waarover iedereen het eens is. Dat dat  polarisatie verschilt van een conflict. Bij een conflict zijn er feiten: je bent betrokkene als toeschouwer of als strijdende partij. Bij polarisatie kun je kiezen of je je tot een van de partijen rekent. Of je die tegenstelling ‘voelt’ of niet.

Toegedichte kenmerken

Het gaat bij polarisatie namelijk om ideeën, om negatieve gedachten van “wij” over “zij”, waarbij de andere groep wordt neergezet als essentieel volkomen tegengesteld aan de eigen groep. Maar het is niet te meten of terug te brengen tot feiten. “De Islam en het Westen zijn onverenigbaar” bijvoorbeeld. Dat zou veronderstellen dat er zoiets bestaat als “de identiteit van de Islam” en “de identiteit van het Westen”, die zich dan uit in een bepaalde set kenmerken die voor ieder lid van die groep zou gelden. Hou maar op, die set laat zich niet vinden. Die kenmerken worden door de tegenpartij aan de groep toegedicht. “Alle Hollanders zijn arrogant” staat bijvoorbeeld tegenover “alle Limburgers zijn sjoemelende feestneuzen.”

Gevoelens boven gedachten

In een situatie van polarisatie zijn de feiten minder belangrijk dan de ideeën. Het draait namelijk om ideeën, die voortdurend worden herhaald. Die geladen zijn met bepaalde gevoelens van ‘hier hoor ik bij’ en ‘dat staat me tegen’. Ieder voorval dat het idee kan bevestigen wordt aangehaald. Ieder voorval dat het tegendeel aantoont, wordt genegeerd. Je kunt hier lezen dat het heel menselijk is om tegenstrijdige informatie te negeren. Maar belangrijk is, dat het bij polarisatie stiekem eerder over gevoelens gaat dan over gedachten. Emoties die hoog kunnen oplopen, waardoor de vlam in de pan kan slaan.

Olie op het vuur

Polarisatie kent dan ook een verloop als een vuur: de hitte neemt toe, de vlam slaat erin, de brand woekert, net zolang tot de brandstof op is. Toevoer van nieuwe brandstof laat het vuur verder branden of opnieuw oplaaien.

Het proces van polarisatie

Polarisatie ontstaat als een spel tussen drie posities die mensen kunnen innemen. Die van pusher, degene die opstaat om te vechten voor zijn morele gelijk. Die van de joiners, die zich in het wij-tegen-zij-spel laten betrekken. En die van de mensen in het midden, die onder druk komen te staan van “als je niet voor ons bent, ben je tegen ons”.

1 De pusher

Het proces van polarisatie laat zich omschrijven als een pool die zich afzet tegen een andere, waardoor de andere pool zich tegen de ene afzet. Ze bewegen zich bij elkaar vandaan, weg bij het midden, weg bij de verbinding. De tegengestelde bewegingen hebben vaak een persoon die zich als de stem en het gezicht ervan manifesteert. Dat is de ‘pusher’, iemand die voelt dat hij moreel gelijk heeft, voor dat morele gelijk wil vechten, geniet van de aandacht die dat oplevert en op de koop toe neemt dat het gevecht “offers” vraagt. Die offers variëren van een doorsnijden van verbindingen met andere mensen, tot het ontvangen van doodsbedreigingen.

Eenmaal deze weg ingeslagen, is het voor de pusher lastig om tot stilstand te komen, laat staan om te keren. De mate van investering in het eigen standpunt, de hoeveelheid offers die zijn gebracht maken het onmogelijk terug te keren naar meer nuance: dan zou het immers allemaal voor niets zijn geweest. Of, zoals het waarschijnlijk voor een pusher eerder voelt: “dan hebben zij gewonnen”.

2. De joiners

Rondom de pusher verzamelen zich medestanders, ‘joiners’. Zij ventileren minder extreme standpunten, maar laten zich wel in het kamp van wij tegen zij trekken. Hoe meer mensen zich bij de pusher voegen, des te lastiger wordt het voor hem om te keren. Zij hebben immers ook geïnvesteerd, verbindingen verbroken, en de rechtvaardiging daarvoor ontleend aan de standpunten van de pusher.

De pusher moet het vuurtje van de polarisatie af en toe van nieuwe brandstof voorzien om ook de joiners tevreden te houden. Hij moet tegelijkertijd niet te extreem worden, omdat de joiners dan kunnen afhaken. Door nieuwe brandstof toe te voegen, bewegen de polen weer een stapje bij elkaar weg.

3- De silent

Hoe meer polarisatie, hoe verder de polen zich bij elkaar weg bewegen, des te groter de druk op de derde groep in het plaatje: zij in het midden. In het midden vind je mensen die zich soms bewust, soms minder bewust geen lid voelen van een van de beide groepen. Het kan ze niets schelen, of ze hebben een genuanceerd standpunt.

De strijd van de pushers lijkt gericht te zijn op de partij aan de overkant, wij tegen zij. Maar in werkelijkheid richten de pushers zich op het stille midden, de ‘silent’, de letterlijke middenstanders. Ze proberen hen tot een keuze te bewegen: wie niet voor ons is, is tegen ons.

Het is de identiteit, stupid

Omdat polarisatie over gevoelens gaat, is redelijkheid geen goed antwoord. Dat kan een machteloos gevoel oproepen als je iets aan polarisatie wilt doen. Men is niet zo gevoelig voor de feiten. Een deel van de eigen identiteit hangt bij pushers en joiners bovendien af van de wij-zij tegenstelling.

Mensen kunnen niet zonder een onderscheid in identiteiten. We hebben een beeld nodig van wie we zijn, en dat brengt als vanzelf een beeld mee van wie we niet zijn. Polarisatie ligt dus altijd op de loer. Hoe ontkom je eraan zonder je uit het publieke gesprek terug te trekken?

Dwingen tot een zwart-witkeuze

Het scheen bij de visie van IS te horen, dat er een eindstrijd dient te worden uitgevochten tussen de goeien en de kwaaien. De goeien zijn zij, aanhangers van de ware uitleg van de Islam, de kwaaien zijn de rest van de wereld met hun verdorven gewoontes en hun valse goden.

Je vraagt je af hoe het overrijden van een stel toeristen op de boulevard van Nice hieraan bijdraagt, of het doodrijden van Kerstmarktbezoekers, of het beschieten van jongeren tijdens een concert in Bataclan. Zijn die de vijand?

De meeste van de doden en gewonden zullen zichzelf niet als vijand van IS hebben bestempeld. Ze rekenen zich niet tot het boze Westen, noch tot de godsdienststroming van Al-Baghdadi c.s. Vanuit het perspectief van polarisatie zijn ze echter het doelwit.

Zoals hierboven al opgemerkt: het gaat de pushers helemaal niet om de vijand aan de andere pool. Het gaat om het midden. Daar moeten de ‘silent’ tot een keuze gedwongen worden. Ze moeten de ene kant gaan haten en naar de andere kant opschuiven: welke kant maakt dan eigenlijk niet zoveel uit. Het is de bedoeling van de aanslagplegers, of hun inspiratoren, om de wij-zij-tegenstelling te vergroten. En mensen in het midden tot een keuze te dwingen.

Dat dit (helaas) vaak werkt, laat de uitzonderlijkheid van deze reactie zien: “mijn haat krijgen jullie niet.”

Wie niet voor ons is, is tegen ons

Dit bekendste voorbeeld van zwart-witdenken werd uitgesproken door George W. Bush, in reactie op de aanslagen van 11 september 2001. Het is een variant op een bijbeltekst: “wie niet voor mij is, is tegen mij”. De mensheid wordt opgedeeld in twee groepen: de goeden en de kwaden. Aan welke kant je staat, bepaalt waar je bij hoort.

Nuance is hier uitgesloten. Je wordt gedwongen om te kiezen voor een van de polen. Anders wordt er namelijk voor jou gekozen. Deze opdeling in twee groepen kan, als polarisatie op zijn hoogtepunt is, verstrekkende gevolgen hebben voor hen die het midden blijven verkiezen. Zij worden door beide kanten gezien als verraders. Zeker als ze actief pogingen ondernemen om te bemiddelen: ‘Ja maar je moet toch ook begrip op kunnen brengen voor die van de overkant…’

Wie een brug wil bouwen, wordt eenvoudig tot zondebok gemaakt. Zie als voorbeeld Rwanda in 1994: Hutu’s sympathetic to the Tutsis were killed. Ja: polarisatie op zijn hoogtepunt (eigenlijk dieptepunt) is de burgeroorlog.

Ongemerkt bijdragen aan polarisatie

Religieuze leiders die oproepen tot verzoening, en als onderstreping van hun oproep gezamenlijk optrekken: het komt de afgelopen jaren regelmatig voor. Het ziet er prachtig uit: een beeld van hoop en optimisme: “zie je wel…”

Wat “zie je wel”? Maak die zin eens af? Dikke kans dat je als einde zult denken “niet alle Moslims zijn terroristen”. Of “niet alle godsdienst draagt bij aan geweld”. Hoe waar dit misschien ook is, deze gedachten en dus het publieke optreden van de religieuze leiders dragen niet bij aan oplossing van de polarisatie. Ze dragen er aan bij.

Ze gaan namelijk mee in de manier waarop de hitsers, de racisten, de aanslagplegers kortom de ‘pushers’ de werkelijkheid indelen. In goed en fout, in wij en zij. Door dat onderscheid te willen nuanceren, wordt de tegenstelling alleen maar bevestigd als iets bestaands. Er zijn zoveel andere manieren om een aanslagpleger te labelen, dan zijn geloof of de motivatie van waaruit hij zegt te handelen. Door te zeggen: dit is typisch Islam én door te zeggen ‘dit is niet Islam’ ga je mee in het beeld dat het hier om geloof zou gaan, en om een bepaalde groep met bepaalde kenmerken (gelovigen).

Dit stuk is gebaseerd op ‘Polarisatie, inzicht in de dynamiek van wij- zij denken’ van Bart Brandsma (november 2016) Je kunt het hier bestellen.